Door de Wet van de Hoge
Gildenraad der Kempen verleend aan
de ONZE-LIEVE-VROUWGILDE van KALMTHOUT
1. Niemand zal als Gildebroeder ontvangen
worden, dan met toestemming van Hoofdman, Koning, Dekens, Oudermans en de
meerderheid der Gildebroeders. Gegeven in het jaar Onzes Heren 1988 de 20 ste november en bekleed met het zegel van de Wet van de Hoge Gilderaad der Kempen.
2. De liefhebber tot Gildebroeder aangenomen zal ten overstaan van de Hoofdman
en voor al de Gildebroeders de eed afleggen, de linkerhand op de pees van de
gespannen boog of op de gespannen haan van de bus, de rechter aan de vlag
luidende:
"Ik beloof de Gilde goed en getrouw te zijn, de kaart ende ordonnantie
derzelve in al haar punten te achtervolgen, de eer derzelve te helpen meerderen
ende haar achterdeel te weren, den Hoofdman, Koning, Dekens en Oudermans
gehoorzaam te zijn in hetgene zijlieden in hare officie hun zullen voorhouden
ende voorts generalijk te doen gelijk enen goeden schutter ende Gildebroeder
naar oude schutterlijke usantie schuldig is te doen.
Zo waardig helpe mij God en Onze-Lieve-Vrouw.
3. De schutter die uit de Gilde wil gaan, zal de reden daarvan mededelen aan de
Raad, om geen duivenkot daarvan te maken. Hij zal als uitgang 1OO Fr(€2,50)
betalen aan de Deken.
4. De Raad van de Gilde bestaat uit de Hoofdman, de Koning, twee Dekens en
Oudermans.
5. De Hoofdman wordt voor het leven gekozen, door 2/3 der Gildebroeders. Bij
ontstentenis stelt hij een Luitenant aan.
6. Aan de Hoofdman is vooral het in stand houden van het patrimonium van de
Gilde opgedragen en de handhaving van tucht en orde in de Gilde.
7. Jaarlijks wordt de aankomende Deken gekozen op de feestdag van de Patroon der
Gilde, nadat de dienende Deken rekening zal gegeven hebben over het geldelijk
beheer.
8. De 2de of aankomende Deken volgt hem op voor één jaar.
9. Wie tot Deken is gekozen is verplicht het ambt te aanvaarden op boete van IOO
fr.(€2,50)
1O. De Raad mag leden die door hun jarenlange ervaring als Gildebroeder kunnen
bijdragen tot het goed bestuur, tot Ouderman verkiezen voor het leven.
11. Om de drie jaar wordt Koning geschoten. De Koning moet binnen het jaar de
Breuk vermeerderen met een zilveren schild van minstens een once. Hij draagt bij
alle plechtigheden de Breuk der Gilde.
12. wanneer de papegaai geschoten wordt, moet elke Gildebroeder verschijnen
onder de Wimpel en onder de vogel op boete van 25 fr.(€0,62) tenzij om wettige
reden ontslagen door de Hoofdman.
13. De Koning zal na de schieting uitgeleide gedaan worden door de gehele Gilde
tot aan de Gildekamer.
14. Wie driemaal achter elkaar de Koningsvogel schiet, wordt Keizer der Gilde
voor het leven.
Hij blijft vrij van alle gelagen.
15. De Alferis of vaandrig wordt door de Raad aangesteld. Hij moet voorzien zijn
van een paar witte handschoenen en een sluier en het vaandel voeren in alle
optochten waaraan de Gilde deelneemt. Hij zal het vaandel zwaaien voor de
Hoofdman bij zijn intrede in kerk of lokaal.
16. De Cornet of wimpelier moet voorzien zijn van een paar witte handschoenen en
van een pluim op de hoed. De wimpel wordt steeds te paard gevoerd.
17. De Raad kan een schrijver aanstellen om in het register der Gilde alle
verslagen op te tekenen, de lijst der Gildebroeders bij te houden, de relazen
van de feestelijkheden en kronijk bij te houden; als ook de druksels en foto's
de Gilde aanbelangend te bewaren.
18. De Knaap van de Gilde aangesteld door de Raad, steekt de wimpel uit aan het
lokaal bij alle feestelijkheden en zorgt voor de orde bij schietingen op de wip
of doel.
19. De Raad stelt de tamboer aan en de speellieden.
20. Jaarlijks zal de Gilde Kolfdagen inrichten om de eer en de boog of bus te
bekavelen. De doelen worden geopend en gesloten naargelang het wapen.
21. De Gilde zal in vol ornaat opstappen in de processie en in vaderlandse
optochten. Alle Gildebroeders moeten daarbij aanwezig zijn op boete van 20
fr.(€0,50) tenzij om wettige reden ontslagen door de Hoofdman.
22. De Patroon heilige van de Gilde zal jaarlijks gevierd worden met een Heilige
Mis en daarna een feestmaal, waarbij alle Gildebroeders en Gildezusters moeten
aanwezig zijn op boete van 20fr.(€0,50) tenzij om wettige reden ontslagen door
de Hoofdman.
23. Er zal jaarlijks een zielenmis plaats hebben voor de overleden Gildebroeders en Zusters, waarbij alle
Gildebroeders moeten aanwezig zijn op
verbeurte van 20 fr.(€0,50) tenzij om wettige reden ontslagen door de
Hoofdman.
24. Bij het overlijden van een Gildebroeder zullen alle Gildebroeders aanwezig
zijn op de uitvaart op verbeurte van 50 fr.(€1,24) tenzij om wettige reden
ontslagen door de Hoofdman.
Op de kist zal het wapen liggen. De Gildebroeders gaan mede ten offer.
Het wapen van de overleden Gildebroeder komt toe aan de Gilde tenzij het door
de
familie wordt afgekocht.
25. De Gildevoorwerpen worden bewaard in de plaats en op de wijze door de Raad
aangeduid.
26. De voorschriften vervat in het Statuut van de Hoge Gilderaad zullen stipt
nageleefd worden.